Cristiano Ronaldo dos Santos Aveiro (Funchal, 5 februari 1985) is een Portugees profvoetballer die bij voorkeur als linksbuiten speelt. Hij verruilde in 2018 Real Madrid voor Juventus. Voorafgaand speelde hij voor Sporting Lissabon en Manchester United. Tot 2013 was hij de duurste voetballer aller tijden. In 2015 werd hij de all-time topscorer van de UEFA Champions League/Europacup I alsmede de meest scorende Real Madrid-speler ooit. Hij schaarde zich in 2018 tot het tiental spelers dat de Champions League vijfmaal won.
Ronaldo debuteerde in 2003 in het Portugees voetbalelftal, waarvan hij in 2008 aanvoerder en 2014 topscorer aller tijden werd. Op het door Portugal gewonnen Euro 2016 werd hij recordinternational. Ronaldo werd in 2008, 2013, 2014, 2016 en 2017 uitgeroepen tot beste voetballer ter wereld. Hij is na Ali Daei de voetballer met de meeste interlanddoelpunten.


Jeugd
Ronaldo is de zoon van Dinis Aveiro, een tuinman, en zijn vrouw Dolores dos Santos Aveiro, een kok. Zijn vader was een alcoholist en verkocht met zijn andere zoon Hugo Manchester United-shirts van Ronaldo om alcohol te kunnen blijven kopen. Hij dronk zich dood toen Ronaldo negentien jaar oud was. Ronaldo was een ongewenst kind en zijn moeder overwoog abortus. In plaats daarvan dronk zij op advies donker bier om vervolgens te rennen totdat ze bijna flauwviel, maar een miskraam bleef uit.[1]
Ronaldo is afkomstig van het Portugese eiland Madeira. Als kind begon hij aldaar met voetballen bij de amateurclub CF Andorinha. Hierna speelde hij bij CD Nacional en maakte hij op twaalfjarige leeftijd de overstap naar het vasteland van Portugal om te worden opgenomen in de jeugdopleiding van Sporting Lissabon. Vijf jaar later, in oktober 2002, maakte de vleugelaanvaller zijn officiële debuut voor het eerste elftal van de club; in een competitiewedstrijd thuis tegen Moreirense (3-0) scoorde hij twee doelpunten. Ronaldo speelde vervolgens nog dertig officiële wedstrijden in zijn eerste jaar als prof en voegde daarin drie goals toe aan zijn seizoenstotaal van vijf.[2]
Manchester United
In de zomer van 2003 trok hij de aandacht van Manchester United. Tijdens een wedstrijd tussen Sporting en Manchester United ter gelegenheid van de ingebruikname van het Estádio José Alvalade, leidde Ronaldo zijn team naar een 3-1-overwinning. De spelers van Manchester United gaven na afloop van de wedstrijd aan dat ze voortaan liever met dan tegen Ronaldo wilden spelen, waar coach Alex Ferguson het volkomen mee eens was. Kort daarna werd hij voor ongeveer twaalf miljoen pond door Manchester United overgenomen van Sporting Lissabon. Bij Manchester United werd Ronaldo binnengehaald als de vervanger van David Beckham, die kort daarvoor naar Real Madrid was vertrokken. Ronaldo won in zijn eerste seizoen bij die club direct de FA Cup; hij scoorde de openingstreffer in de finale tegen Millwall (3-0).
In het seizoen 2006/2007 ontwikkelde hij zich tot een van de beste spelers ter wereld. Hij werd tweemaal achtereen tot speler van de maand gekozen, iets wat daarvoor alleen Dennis Bergkamp en Robbie Fowler was gelukt. Na belangstelling van Real Madrid tekende hij in april 2007 een nieuw contract dat hem voor vijf jaar aan United bond. Met een salaris van honderdtwintigduizend pond per week werd hij de best betaalde speler in de geschiedenis van de club.
Op 22 april 2007 werd Ronaldo door de spelers in de Engelse competitie gekozen tot Speler van het Jaar en tevens talent van het jaar in de Engelse competitie, wat sinds 1977 (Andy Gray) niemand meer was gelukt.
In 2008 won hij met Manchester United de Premier League, FA Community Shield, Champions League en de Wereldbeker. Tevens werd hij bekroond tot Europees- en Wereldvoetballer van het jaar.

Real Madrid
Ronaldo vertrok in juni 2009 voor een recordbedrag van 94 miljoen euro van Manchester United naar Real Madrid. Hij liet in augustus 2009 zijn benen voor honderd miljoen euro verzekeren. Ronaldo won in het eerste jaar met Real Madrid geen enkele prijs. In het seizoen 2010/11 brak Ronaldo op de laatste speeldag het doelpuntenrecord van de Mexicaan Hugo Sánchez (seizoen 1989-1990 voor Real Madrid) en de Spanjaard Telmo Zarra (seizoen 1950-1951 voor Athletic Bilbao), door twee keer te scoren in de met 8-1 gewonnen thuiswedstrijd tegen Almería en zo op veertig doelpunten in de Spaanse competitie te eindigen. Hij maakte op 22 oktober 2011 zijn snelste hattrick in zijn loopbaan. Ronaldo wist binnen vijftien minuten drie keer te scoren. In het seizoen 2011/12 won Ronaldo het kampioenschap met De Koninklijke. Opnieuw vestigde hij een persoonlijk record door 46 competitiedoelpunten in één seizoen te maken, vier minder dan het record van vijftig dat Lionel Messi datzelfde jaar behaalde. Ronaldo was samen met teamgenoten Gonzalo Higuaín en Karim Benzema goed voor 118 doelpunten in één seizoen. Dat maakte hen het meest productieve trio ooit, een record dat zij na het seizoen 2014/15 verloren aan het FC Barcelona-trio Messi, Suárez en Neymar, dat 122 keer het net vond. Ronaldo verbeterde zijn persoonlijke record opnieuw gedurende het seizoen 2014/15. Dit keer maakte hij 48 competitiedoelpunten in één jaar.
Ronaldo maakte op zaterdag 12 september 2015 vijf doelpunten tijdens een 0-6 overwinning uit bij Espanyol. Daarmee kwam hij die dag op 230 competitiegoals voor Real Madrid, waarmee hij Raúl inhaalde en clubtopscorer aller tijden werd in competitieverband. Ronaldo maakte op 17 oktober 2015 in de dertigste minuut 2-0 tijdens een competitiewedstrijd thuis tegen Levante (eindstand 3-0). Dit was zijn 324ste doelpunt in totaal voor Real Madrid, waarmee hij Raúl ook inhaalde als clubtopscorer in alle competities. Hij had hiervoor 310 wedstrijden nodig, waar Raúl 323 doelpunten maakte in 710 duels.[3] Ronaldo werd op 18 april 2017 de eerste speler in de geschiedenis met honderd doelpunten in de UEFA Champions League achter zijn naam. Hij scoorde die dag drie keer tijdens een met 4–2 gewonnen wedstrijd thuis tegen FC Bayern München. Na in het seizoen 2016/17 opnieuw de Champions League te hebben gewonnen, ditmaal ten koste van Juventus FC (4-1), werd hij als een van de achttien spelers opgenomen in het sterrenteam van de UEFA.[4]
Het seizoen 2017/18 begon weer met prijzen pakken: de UEFA Super Cup werd gewonnen ten koste van Ronaldo's oude club Manchester United. In de Supercopa de España nam Real Madrid het op tegen rivaal FC Barcelona. De Portugees viel in de 58e minuut in voor Karim Benzema. Later zou hij scoren, wat hij vierde door zijn shirt uit te doen. In een latere fase van de wedstrijd kreeg hij zijn tweede gele kaart wegens een schwalbe, en moest hij het veld verlaten. Hij werd gefrustreerd en duwde de scheidsrechter. Hierdoor kreeg Ronaldo 5 wedstrijden schorsing. Wel mocht hij in actie komen in de Champions League waar hij in de wedstrijd tegen APOEL Nicosia 2 doelpunten scoorde. De eerste wedstrijd van Ronaldo in de La Liga van dat seizoen werd verloren tegen Real Betis. In het Wereldkampioenschap voetbal voor clubs speelde beide wedstrijden van Real Madrid dat seizoen, hij vond in beide wedstrijden het net wat Real Madrid de winst bracht in dat toernooi. Hij was nu de spelers met de meeste goals in het wereldkampioenschap voor clubs (7), de speler met de meeste goals in de finale van dat toernooi (4), de speler die het vaakst dat toernooi had gewonnen (4, samen met Toni Kroos), speler die in drie verschillende seizoenen van dat toernooi wist te scoren (3, samen met Lionel Messi). In de Champions League van dat seizoen lukte het Ronaldo om in alle groepswedstrijden te scoren, hij was de eerste speler die dat lukte. Ronaldo had al een reeks van 9 Champions League-wedstrijden achter elkaar waarin hij scoorde, toen hij in de kwartfinale Juventus tegenkwam. Over 2 wedstrijden tegen die club scoorde hij 3 keer, waaronder een omhaal. 3 goals van hem waren precies genoeg voor Real Madrid om door te stoten naar de halve finale. Ronaldo had er nog 3 records aan overgehouden: Meeste goals tegen een club in de Champions League (10 tegen 'Juve'), Meeste goals in de kwartfinale van de Champions League (20) en Meeste Champions League-wedstrijden achter elkaar scoren (11). Real Madrid won in de halve finale van Bayern München en de eindstrijd met 3-1 van Liverpool. Ronaldo scoorde niet tegen beide teams, wel was hij voor de zevende keer Champions League-topscorer (record), en was het zesde keer op rij (record). Het was Ronaldo's vijfde Champions League-eindwinst.
Juventus
In juli 2018 maakte Ronaldo voor een bedrag van 105 miljoen euro de overstap naar Juventus.[5] Zijn debuut voor de club uit Turijn maakte hij op 18 augustus, in een wedstrijd tegen Chievo Verona. Er werd met 3-2 gewonnen. Het eerste doelpunt van Ronaldo bij 'Juve' scoorde hij 4 weken later, in de wedstrijd tegen Sassuolo scoorde hij 2 keer waardoor Juventus de wedstrijd won (2-1) en Ronaldo zijn 400e competitiedoelpunt scoorde. Het Europese debuut van de Portugees was in de Champions League-wedstrijd tegen Valencia. Na een half uur kreeg Cristiano Ronaldo een rode kaart wegens een overtreding op Jeison Murillo. In eerste instantie zou hij 2 wedstrijden schorsing krijgen, maar de UEFA vond een schorsing van 1 wedstrijd voldoende. Ronaldo scoorde zijn vijfde doelpunt voor Juventus in een 1-1 gelijkspel met Genoa (het eerste puntverlies voor Juventus dat seizoen), wat zijn 400e goal in de top vijf league's van Europa was. Hij was de eerste speler die zoveel goals in de top vijf league's maakte.

WK 2006
Na een goede kwalificatie mocht Ronaldo mee naar zijn tweede eindtoernooi: het WK 2006. Ronaldo scoorde zijn eerste doelpunt tegen Iran uit een penalty. In de wedstrijd tegen Engeland speelde Ronaldo een belangrijke rol. Mede dankzij Ronaldo mocht Wayne Rooney het veld verlaten met een rode kaart na een wilde actie. Ronaldo was degene die naar de scheidsrechter ging en om een kaart vroeg. Vervolgens was hij verantwoordelijk voor het binnenschieten van de beslissende penalty tijdens de strafschoppenserie. De Portugezen strandden uiteindelijk in de halve finale na het 0–1-verlies tegen Frankrijk. Hierna streden de Portugezen voor de derde plaats tegen Duitsland. Die wedstrijd werd ook verloren, waardoor Portugal vierde werd.

WK 2010
Opnieuw was Ronaldo (inmiddels aanvoerder) de vedette. Maar in het Portugese voetbalelftal verliep de aanloop naar het WK 2010 niet goed. Ronaldo stond zestien wedstrijden droog. Ook in dit toernooi speelde Ronaldo teleurstellend. Ronaldo scoorde maar één doelpunt in een wedstrijd waar met 7-0 werd gewonnen. Later in het toernooi werden de Portugezen uitgeschakeld door Spanje in de tweede ronde.

EK 2012
Het EK 2012 was voor Ronaldo zijn derde EK en zijn vijfde grote toernooi. In de eerste wedstrijd tegen Duitsland was Ronaldo zo goed als onzichtbaar. Ook in de daaropvolgende wedstrijd, tegen Denemarken, kwam Ronaldo niet tot scoren. Tegen Nederland keerde het tij en scoorde hij twee doelpunten, waarmee de uitschakeling van Nederland een feit was.
Portugal ontmoette in de kwartfinale de Tsjechen. Ronaldo scoorde uiteindelijk in 79ste minuut met het hoofd uit een voorzet van João Moutinho en leidde Portugal zo naar de halve finale. Daarin stond Portugal tegenover Spanje in een gelijkopgaande wedstrijd die eindigde in een doelpuntloos gelijkspel. Een strafschoppenreeks volgde, waarin Portugal het onderspit moest delven tegen zijn buurland. Ronaldo werd wel topscorer van het toernooi, al moest hij deze titel delen met vijf andere spelers.
WK 2014
Portugal kwalificeerde zich op dinsdag 19 november 2013 voor deelname aan het WK 2014 door een beslissende play-offwedstrijd tegen Zweden met 2–3 te winnen. Ronaldo maakte alle drie de Portugese doelpunten. Hij kwam daarmee op 47 interlanddoelpunten en evenaarde zo Pedro Pauleta als topscorer aller tijden van het Portugees voetbalelftal. Hij werd vervolgens op 5 maart 2014 alleenrecordhouder door twee keer te scoren tijdens een met met 5–1 gewonnen oefeninterland tegen Kameroen.
Het WK 2014 was Ronaldo's derde en kortste wereldkampioenschap. Portugal eindigde in de poulefase achter Duitsland en Amerika en mocht zodoende na drie wedstrijden naar huis. Ronaldo scoorde één keer, de winnende 2–1 in de derde groepswedstrijd tegen Ghana.
EK 2016
Door in de kwalificatiepoule voor het EK 2016 zeven van de acht speelronden te winnen, plaatste Portugal zich als groepswinnaar voor het eindtoernooi. Ronaldo droeg hier met onder meer vijf doelpunten aan bij. Portugal belandde op het EK in een poule met Hongarije, IJsland en Oostenrijk.[6] De ploeg speelde op 18 juni 2016 haar tweede wedstrijd van het toernooi met 0–0 gelijk tegen Oostenrijk.[7] Ronaldo speelde die dag zijn 128e interland en passeerde daarmee Luís Figo als Portugees recordinternational.[8] Hij miste die dag een strafschop en kwam daardoor net als in het eerste groepsduel niet tot scoren.[9] Dit lukte hem vier dagen later wel. Portugal speelde de laatste groepswedstrijd met 3-3 gelijk tegen Hongarije, waarbij Ronaldo zowel de 2–2 als de 3–3 maakte.[10] Daarmee werd hij de eerste speler die scoorde op vier verschillende EK's.[11] Ronaldo maakte ook het eerste doelpunt tijdens de met 2–0 gewonnen halve finale tegen Wales.[12] Dit was zijn derde treffer op het toernooi en zijn negende EK-doelpunt in totaal, een evenaring van het record van Michel Platini.[13] In de finale tegen Frankrijk viel hij in de 25e minuut bij een stand van 0–0 geblesseerd uit.[14] Hij zag zijn landgenoten vervolgens vanaf de zijlijn met 1–0 winnen en zo de eerste Portugese eindzege op een groot toernooi veroveren.[15] Met drie doelpunten was Ronaldo dit toernooi samen met Nani gedeeld topscorer van de Portugezen.
Confederations Cup 2017
Doordat Portugal het laatste EK had gewonnen nam het in juni 2017 deel aan de Confederations Cup. Bondscoach Fernando Santos nam Ronaldo op 25 mei 2017 op in de Portugese selectie voor Confederations Cup 2017.[16] Portugal belandde op dit toernooi in een poule met Rusland, Nieuw-Zeeland en Mexico.[17] Portugal begon het toernooi op 18 juni met een 1-1 gelijkspel tegen Mexico.[18] In de tweede en derde wedstrijd wist Portugal wel te winnen met doelpunten van Ronaldo hemzelf. Rusland werd namelijk op 21 juni met een kopdoelpunt van Ronaldo met 1-0 verslagen en Nieuw-Zeeland werd drie dagen later, mede door de openingstreffer van Ronaldo, met 4-0 verslagen.[19][20] Het doelpunt tegen Nieuw-Zeeland was Ronaldo's 75ste doelpunt, daardoor steeg hij naar de tweede plaats als het gaat om Europees topscorer aller tijden. Alleen Ferenc Puskás scoorde ooit meer doelpunten voor de nationale ploeg.[21] In de halve finale verloor Portugal uiteindelijk met strafschoppen van Chili.[22] Waarna Portugal haar rug rechte door de troostfinale met 2-1 van Mexico te winnen en zo als derde te eindigen.[23

Klik hier o
WK 2018
Ronaldo begon het WK 2018 met een hattrick in Portugals eerste groepswedstrijd, tegen Spanje (3–3). Daarmee werd hij de eerste speler ooit die in acht eindronden (EK en WK) op rij scoorde. Zijn doelpunten tegen Spanje maakten van Ronaldo ook de vierde speler ooit die op vier verschillende WK's scoorde, na Uwe Seeler, Miroslav Klose en Pelé. Zijn derde doelpunt tegen Spanje was zijn 84e voor de Portugese nationale ploeg. Daarmee kwam hij op gelijke hoogte met Ferenc Puskás als Europees topscorer aller tijden.[24] Ronaldo liet op 20 juni 2018 ook Puskás achter zich door zijn 85e te maken, het enige doelpunt van de wedstrijd in Portugals tweede groepsduel, tegen Marokko.

Maak jouw eigen website met JouwWeb